zondag 8 juli 2012




Over stadsmeubilair en het ontmoetingsvriendelijk zijn van de stad

Als fietser, bewoner en bezoeker van een stad heb je zeker al één ding gemeen. Je wil af en toe rustig genieten van een plein, een picknickplaats, een schittering van de zon in de rivier die je stad doorkruist, bekomen van een shoppingtocht, of gewoon uitrusten in je stad. Zowel in Dinant als Namen heb ik heel mooie pleinen gezien met fantastische banken en spelelementen in de buurt. Het waren zeer functionele rust- en hangplaatsen waar steeds jong en oud op aanwezig was. Muziek beluisteren, ijsjes eten, babbelen met je buren. Spelen met je vriendjes. Of een boek lezen in de zon. Maar ook langs de wegen die we nemen, is het belangrijk dat je op tijd en stond kan verpozen op een bank, een stukje groen, een neergelegde boomstam. Het hoeft niet altijd superorigineel te zijn en veel te kosten: functioneel, natuurlijk materiaal en goed onderhouden is de boodschap. Op een plein, langs het water, in een park, langs de fietspaden , een speelplein overal moet er plaats zijn om te rusten en elkaar te ontmoeten dat is de uitdaging voor een stad.  


Op de fiets zie je nu eenmaal meer van je omgeving dan in de auto

Het mag dan trager vooruitgaan, maar het is zoveel aangenamer om de wereld en de mensen om je heen beter te ontdekken en te ontmoeten. Na een 3 daagse tocht naar Neufchâteau, blijf ik erbij dat het fietsknooppuntennetwerk de beste optie is om snel en mooi je eindpunt te bereiken. Al moet ik toegeven dat de Ravels  (oude spoorlijnen die omgevormd worden tot fietssnelwegen) veiliger en rustiger zijn. Je kan hier gezellig keuvelen en zonder zorgen over het andere verkeer rondkijken en genieten. De mogelijkheden om je eindpunt te bereiken zijn op een Ravel echter zeer beperkt. De combinatie van Ravel en fietsknooppunten zou van dit landje een fietsparadijs kunnen maken. En dan de steden! Hoe groter ze worden, hoe moeilijker het wordt om je weg te vinden als fietser op trektocht. Neem nu Namen, Dinant of Libramont. Je komt er aan en plots houden alle bordjes en fietspaden op. Waarom eigenlijk? Een fietser die de stad binnenkomt, zou moeten omarmd en begeleid worden. Ze brengen immers geen lawaai of nauwelijks een gevaar binnen. Ze zijn meestal heel tevreden om even te kunnen verpozen en genieten van de schoonheid van je stad. Ze pauzeren, overnachten en brengen leven in je stad. Ze moeten voor mij dwars door de stad (omdat dat nu eenmaal de kortste weg is J) en niet langs de gevaarlijke ringvesten of ringwegen ( Leuven, Libramont).
Op je tweewieler zit je ook niet in je cocon zoals bij de auto. Je hebt de hemel boven jou en je blikveld is eindeloos. Van ver zie je de windmolens opduiken. Je ruikt en hoort de wereld om je heen. Je voelt je veel vrijer en minder gehaast. Je tegenligger begroet je met een bonjour, een duim een bemoedigend woordje in de bergop, of gewoon even een kort gesprekje over je bestemming, je tocht. Het geeft je een gevoel van  verbonden zijn met de andere trekkers en de omgeving. Je voelt daardoor je omgeving veel meer als de jouwe en als je van je fiets stapt, wandel je gewoon al in deze voor jou bekende veilige wereld binnen. Allemaal zaken die in onze auto haast ondenkbaar zijn. Bij het openen van je portier krijg je het valse gevoel dat je je veilige wereld verlaat en je in een andere wereld binnenstapt. Misschien moeten we wel eens een studie organiseren naar het onveiligheidsgevoel gekoppeld aan het soort vervoersmiddel dat je gebruikt J
Wat mij ook opviel was dat de toeristische diensten waar we aanklopten, omdat we raad wilden over de te volgen fietswegen eigenlijk niet hieromtrent gevormd zijn. Ze bekijken je met een blik van ongeloof en medelijden. Ze geven je dan een fietskaartje met de plaatselijke fietsroutes (zelden nuttig voor de trekker) en heel vaak kregen we gewoon verkeerde informatie over de afstanden en de veilige fietswegen. Tip van de auteur: zorg dat deze eerste contactpunten met je stad ook voldoende gevormd zijn en weten hoe je van Leuven over Mechelen naar Dendermonde fietst, waar je de beste aansluiting vindt op knooppunt 8 en waar het meeste schaduw is of mogelijkheid om te schuilen bij regenweer. Geef ze zelf een opleiding door ze met de fiets de stad te laten binnenkomen en terug uit te rijden op de snelste, mooiste en veiligste manier. Pas je fietsbewegwijzering hieraan aan en geef ze een warm welkom, met een glaasje water, een koffietje en een rustplaats.
Het begrip veiligheid in een (centrum)stad krijgt een hele ander begrip dan we gewoon zijn eens je je op de fiets verplaatst. Waar je dan om bezorgd bent, is niet de kruimeldief die je fietszakken leegrooft, maar wel de verkeersveiligheid, de voorbij zoevende auto’s. Zone 30 zou zoals in Mechelen in alle steden moeten verplicht zijn. De verkeerd geparkeerde wagens op het fietspad. Op deze 2 punten zou er een stevig handhavingsbeleid moeten zijn. Ook het ontbreken van afzonderlijke goed onderhouden fietspaden op invalswegen is echt een pijnpunt. Wat je als fietser wil, is vooral veilig (met je kinderen) door dat verkeer komen. En eens je er bent, heb je genoeg fietsstallingen nodig voor alle vormen en lengtes van fietsen.
Hoe dieper in de Ardennen, hoe minder fietspaden langs de zeer grote N wegen. Om eerlijk te zijn is dit een schande. Je kan natuurlijk beweren: wie gebruikt er nu de fiets in zo’n heuvelland, maar ik wil niet de 1000’n Vlaamse jongeren tellen die ook weer deze zomer over deze fietsonveilige steenwegen fietsen op weg naar hun kampplaats, laat staan de 10.000 Waalse kinderen die dagelijks naar school moeten fietsen.
Fietsverkeersveiligheid, en goede fietsinfrastructuur is dus meer dan ooit in een klimaatvriendelijke stad en land een absolute prioriteit.

dinsdag 3 juli 2012





Morgen vetrekken we ( Aida, Milan, Arne, Fanny en ikzelf op fietsvakantie door België) We gaan op een duurzame wijze kijken naar wat we elders in ons land kunnen leren over hoe een stad of gemeente de fietsers opvangt :-).

Onze reisroute: 4-24 Juli fietsdag 1: Muizen-Eghezée (75 km): we kamperen aan kasteelhoeve Manoir de là-bas fietsdag 2: Eghezée- Rochefort (80 km): camping Les Roches de Rochefort fietsdag 3: Rochefort-Neufchateau (50 km) We logeren 7 dagen in vakantiehuis Ferme Grimont in Neufchateau fietsdag 4: Neufchateau-Libramont-trein naar Brussel-Viane (40: camping Hof Ter Wilgen) fietsdag 5: Viane - Ruiselede- camping Landgoed Reedpoel(80 km) fietsdag 6: Ruiselede - Vosseslag (50 km) We logeren 7 dagen aan zee: in het witte huisjespark in Vosseslag fietsdag 7: Vosseslag - camping domein Puyenbroeck (85) fietsdag 8: Puyenbroeck-thuis (70) Dus 530 km voor de boeg! Zonder de fietskilometertjes om boodschappen te gaan doen, te gaan wandelen, ... Voor je het weet zijn we 600 km aan het fietsen. Maar tussenin nemen we natuurlijk wel rust!